Ronny Moerman en Kristy Cornelis doen de wijk zoals dat in het politiejargon heet. 53 jaar staat er al op hun gezamenlijke politieteller, waarvan 28,5 in wijkdienst. Ervaring genoeg dus. Wijkagenten zijn je eerste contact met de politie en dan zijn 2 vriendelijke gezichten meer dan welkom.

Ronny zorgt voor een luisterend oor in Sint-Idesbald en Kristy ontfermt zich over Koksijde-Bad. Tij-dingen werd uitgenodigd voor een verhoor, maar het werd gelukkig een fijne babbel.

Tij-dingen: Wat zijn jullie voornaamste taken?

Ronny Moerman: "Woonstcontrole. Bij de mensen langsgaan en kijken of ze wel echt op dat adres wonen. Dat is het grootste deel van ons takenpakket. We krijgen ook opdrachten van het parket: bv. om een verhoor af te nemen. Buurtbemiddeling is een belangrijke taak, burenruzies helpen oplossen, proberen de partijen met elkaar te verzoenen."

Kristy Cornelis: "Schooltoezichten horen er ook bij, zorgen dat de kinderen veilig op school raken, want aan de schoolpoorten is het bijzonder druk. En ordediensten: helpen bij koersen en stoeten, begeleiding van manifestaties."

Buurtbemiddeling is een belangrijke taak voor wijkagenten

T-d: Hoe lang ben je al agent? Hoe lang doe je al de wijkdienst?

Kristy: "Sinds 2002 werk ik bij de politie. Eerst in Brussel en daarna 19 jaar in Diksmuide, waarvan 7 jaar als wijkagent. Ik werk eigenlijk nog maar 6 maanden in Koksijde. Als wijkagent dus."

Ronny: "In 1993 ben ik bij de politie begonnen. Eerst 10 jaar als agent bij de verkeersdienst en vanaf 2003 als wijkinspecteur. Vroeger was de wijkdienst meer iets voor agenten die het einde van hun carrière naderden. Nu zijn er toch veel jonge mensen – zoals Kristy – die kiezen voor de wijk en dat is mooi."

T-d: Kennen jullie de meeste mensen uit jullie wijk of is dat bijna onmogelijk (geworden)?

Ronny: "Vooral de gezichten. De namen erbij kleven, is iets moeilijker. Ik ken heel veel mensen, maar ik ken er ook veel niet. Tegen mensen goeiedag zeggen, is de eerste stap. Ik woon ook in Koksijde en mijn sociaal leven speelt zich hier af, dat helpt ook."

Kristy: "Als ik met jou meefiets, merk ik toch dat de meeste mensen jou kennen. Ik werk nog niet zo lang in Koksijde, maar namen op gezichten plakken, dat komt wel. Tijdens de huisbezoeken leer je veel mensen kennen. Mensen bellen ons ook op of stellen een vraag wanneer je passeert met de fiets."

We zijn laagdrempelig. Mensen moeten niet naar het kantoor komen! (Ronny)

Ronny Moerman

T-d: Jullie staan het dichtst bij de mensen?

Kristy: "Dat is ook onze job. We rijden met de fiets, dus zijn we makkelijk aanspreekbaar. Af en toe stop je ook of haal je iets uit de fietszak, mensen profiteren van die momenten om een vraag te stellen."

Ronny: "We zijn laagdrempelig. Mensen moeten niet naar het kantoor komen, wij hebben ook geen repressief karakter en schrijven geen boetes uit. Pas op, we kunnen dat wel , maar dat past minder bij de job. Als je te moeilijk doet, lossen ze niks wanneer je extra info nodig hebt voor een onderzoek. Daarmee moet je rekening houden."

Kristy: "We treden wel op, maar normaal blijft het bij een waarschuwing. Het contact is het belangrijkst. We zijn ook een aanspreekpunt en mensen spreken je niet aan als ze bang zijn."

T-d: Zijn de mensen vriendelijker tegen een wijkagent dan iemand van pakweg interventie?

Ronny: "Wij staan anders in het werkveld en komen niet ter plaatse voor een dringende oproep, bij schermutselingen of na een zwaar ongeval. Iemand van de interventiedienst heeft op dat moment geen tijd om joviaal te zijn. Als je moet tussenkomen tijdens baldadigheden van een bende dronkaards, moet je kordaat zijn."

Kristy: "Toen ik wijkdienst deed in Diksmuide, hoorde ik regelmatig van mensen: 'jij bent vriendelijk, maar die van interventie, dat is met e snak en e bete.' Ik heb zelf 15 jaar bij interventie gewerkt en kan dat dus wel kaderen. Wij komen ook niet als eerste ter plaatse, tenzij er toevallig een ongeval voor onze neus zou gebeuren."

Ronny: "We zijn inderdaad geen eerstelijnspolitie en hebben meer tijd om de mensen te woord te staan en vriendelijk te zijn. Iemand van interventie moet onmiddellijk een oplossing zoeken. Onze job is meestal minder gejaagd."

T-d: Wijkagenten dragen ook een wapen net zoals andere agenten?

Ronny: "We hebben dezelfde bevoegdheden als gewone inspecteurs. Wapendracht hoort daar ook bij. Verdachten arresteren mogen we dus ook doen, al moet de hoofdinspecteur wel zijn fiat geven. In theorie kunnen we van vandaag op morgen verhuizen naar de interventiedienst."

Kristy: "90 procent van de tijd zijn we alleen op pad. Iemand arresteren is dan sowieso al moeilijk en dan nog eens met de fiets... In films zouden ze een verdachte te voet meenemen, in het echt ligt dat iets moeilijker. (lacht)"

Kristy Cornelis

Het is inderdaad moeilijker om elkaar te begrijpen. Sommige mensen spreken alleen hun moedertaal (Kristy) 

T-d: Jullie belangrijkste transportmiddel is de fiets? Klopt dat? Heeft dat ook een reden?

Ronny: "De fiets is gemakkelijk, je moet geen parking zoeken en zoals ik al eerder zei, ben je gemakkelijk aanspreekbaar. Hier in Koksijde ben je direct in het centrum."

Kristy: "In Diksmuide beschikte ik naast de fiets ook over een auto. Dat is een landelijke gemeente en soms moest je wel de auto nemen om ergens langs te gaan. In Koksijde is dat anders."

T-d: Wat is het meest bijzondere incident dat je al meemaakte?

Kristy: "Toen ik nog bij de interventiedienst van Diksmuide werkte, was ik eens betrokken bij een achtervolging. Uiteindelijk brachten we de auto van de verdachte tot stilstand tegen een bosje vlakbij de putten van Nieuwkapelle. Het was echt een scène uit de politiefilms. Wapen trekken, de verdachte uit het voertuig sommeren, met de armen gespreid en hem dan zoveel stappen vooruit laten zetten. Het bleek om iemand te gaan die uit paniek was weggereden na een licht feit. Hij wist zelfs niet waarom hij dat deed."

Ronny: "Ik herinner mij nog een reanimatie die ik samen met collega Marc Legein opstartte. Achteraf kregen we een telefoon van de spoedarts dat het dankzij ons was dat de vrouw het had overleefd. Een andere gebeurtenis die me nog altijd bijblijft, zijn de 3 potvissen die in 1994 aanspoelden. Dat bracht een enorme volkstoeloop op de been. Het verkeer zat potdicht, niemand kon nog voor- of achteruit. Collega Johan Vandenberghe moest zelfs te voet – van het rondpunt aan de molen tot bij het slachtoffer op de koninklijke baan – voor een ziekenwagen wandelen zodat die ruimte zou hebben om tot bij het ziekenhuis te raken."

Kristy: "Slechtnieuwsmeldingen blijven je helaas ook bij. Zeker als het gaat over jonge mensen. Dat komt wel kort aan bod in onze opleiding, maar je bent daar toch nooit op voorbereid."

Ronny: "Vroeger moesten we die slechtnieuwsmeldingen zelf doen, ondertussen neemt de dienst slachtofferhulp dat op zich."

T-d: Hoe bouw je een goede relatie op met de bewoners van de wijken waarvoor je verantwoordelijk bent?

Ronny: "Door aanspreekbaar te zijn, goeiedag te zeggen. Je moet toegankelijk zijn. Mijn vrouw zegt regelmatig dat ik meer maatschappelijk assistent ben dan zij, terwijl zij daarvoor heeft gestudeerd. (lacht) Het is belangrijk dat je iedereen op gelijke voet behandelt."

Kristy: "We zijn een luisterend oor voor veel mensen, oudere of vereenzaamde mensen komen bij ons hun hart luchten."

T-d: Wat vind je het meest lonend aan je werk als wijkagent? Zijn er ook nadelen?

Kristy: "Het sociale."

Ronny: "Je hebt ook een bepaalde vrijheid, je kiest wat je eerst doet. Eerst op huisbezoek gaan of eerst de verhoren. Voor mij zijn er geen nadelen, ik denk wel dat je moet dienen voor de job."

Kristy: "Ik wel, maar de nachten niet meer. Met een gezin is dat moeilijk, zeker omdat mijn man ook inspecteur is bij de politie, in Middelkerke. Meestal kunnen we onze opdrachten ook tijdens de kantooruren uitvoeren, meestal vinden we wel iemand thuis. En anders tijdens het weekend."

Ronny: "Weekenddiensten horen er wel bij. De ordediensten voor openingen, stoeten of koersen vinden meestal in het weekend plaats. En die zijn ook niet wijkgebonden. Dan zie je ons ook in De Panne of Nieuwpoort."

T-d: Met welke hulpverlener zou je eens een dag willen ruilen?

Kristy: "Brandweerman zijn voor een dag, lijkt me wel iets."

Ronny: "Goh, moeilijk. Misschien chauffeur van de mug?"

T-d: Is er de voorbije jaren veel veranderd in je job?

Ronny: "Het papierwerk is alleen maar toegenomen en de mensen zijn veel mondiger dan in mijn beginjaren. De digitalisering is ook niet meer af te stoppen, al is dat soms meer werk. (lacht)"

Kristy: "Vroeger was een blaadje papier genoeg. Het digitale verhaal is wel goed om papierverspilling tegen te gaan. Wat ook opvalt, is dat de bevolking snel groeit."

Ronny: "In vergelijking met vroeger komen we met veel meer nationaliteiten in contact. Af en toe is het letterlijk met handen en voeten dat je iets probeert uit te leggen."

Kristy: "Het is inderdaad moeilijker om elkaar te begrijpen. Sommige mensen spreken alleen hun moedertaal: geen Engels, Frans of Duits. Hoewel Duits nu ook niet mijn strafste taal is. Het is dan behelpen met Google Translate. Vroeger kwam je dat minder tegen."

Ronny: "Anderssprekenden zag je amper in Koksijde.

Wie is jouw wijkinspecteur?

Op de site van Politie Westkust (politie.be) vind je wie jouw wijkagent is